de Schabbert

Cuijkschesteeg 1


Schoenmakersweg

Aan de Schoenmakersweg stond maar één boerderij dat van Fam. Verberk. Johannes (Hannes) Verberk(geb. 20-1-1879) was van beroep schoenmaker wat ondermeer inhield lederen-zolen onder klompen maken met houten pennetjes. Ook zijn vader, Peter Verberk(geb.1851) was al schoenmaker. Op de foto de kinderen van Johannes; Grada, Grad, Ben en Jan en de weduwe Joanne Verberk. Twee zoons hebben nog jarenlang op de oude boerderij gewoond. Deze woning is in 1992 gesloopt en herbouwd. Sinds de opheffing van Gemeente Escharen valt de Schoenmakersweg onder Langenboom.


de Schrijfakker


Schrijfakkerweg


Schrijverskamp

De Schrijverskamp is een perceel weiland achter De Driesen in de uitwaarden van de Maas. Hier schijnt vroeger een steenbakkerij gestaan te hebben zoals we uit onderstaande tekst uit de notulen van de Gemeenteraadsvergadering van 1837 kunnen lezen:

'Ingekomen is een verzoek van Hendrikus en Marten Poos, beiden landbouwers, en wonende te Gassel, waarin wordt verzocht om toestemming tot het oprigten van ene steenbakkerij op een kamp uiterwaarden genaamd de Schrijverskamp, sectie A 11, groot 1.28.00 ha. De raad heeft geen bezwaren kunnen ontdekken, daar de steenbakkerij aan de rivier de Maas komt en digt bij geene gebouwen zijn gelegen.'


Schuttersveldje

bij de Zandboort. Schietoefening van de burgerwacht  1921


De Schutsboom

Boerderij Van Dongen, Graafschedijk 56, heet: Den Schutsboom. Het St. Anthonius Abt Gilde had daar namelijk de 'schietboom' staan, en daar vond dus het Koningsschieten plaats.  De boerderij die naast het Gildeterrein stond werd Den Schutsboom genoemd. Daar woonde eerst de familie Gerrits en vanaf 1860 de familie Benkers. Adriaan Gerrits (1792), landbouwer en overleden in 1858, was gehuwd met Cornelia van der Hagen (1803). Het echtpaar had zeven kinderen.

In april 1860 verhuisde de weduwe Cornelia naar Mil. De boerderij werd op 1 mei van dat jaar overgenomen door Gerardus Benkers (1802, Velp), landbouwer. Hij was getrouwd met Geertruy van der Hagen (1800, Escharen). Zij hadden drie kinderen: Martinus (1833), Johannes (1835) en Gerardus (1839). De boerderij was 7.40.48 ha. groot en eigendom van Peter J. Peters, landbouwer te Escharen; destijds woonachtig op Hoeve de Prins, aan de Graafschedijk waar later Piet van Boekel woonde.

In  19 komt  Overbeek uit Mill hier wonen.


De Slaperdijk

Graafsche Courant 1881

Een Slaperdijk is een soort van reservedijk die extra bescherming moet bieden tijdens een dijkdoorbraak. Ook de Slaperdijk op het 't Rot had deze funktie. Hij lag binnen de Polder van Escharen en Gassel en moest de kom van het dorp, bij een eventuele dijkdoorbraak van deze polder of van de Polder van de Vogelshoek, beschermen. In een krantenbericht uit 1881 is het volgende hierover te lezen: 'het zomerdijkje heeft men met kracht en magt kunnen ophoogen, anders was de kom van Escharen onder geloopen'.


De Spekstrepen

De Regenten van het St. Catharina-Gasthuis verkochten in 1760 enkele stroken grond in het Escharense Veld. Men wilde er kennelijk van af, vanwege de slechte staat waarin de gronden zich bevonden.

Deze smalle strookjes land stonden bekend onder de naam "de Streepkens".

Een archiefstuk uit het jaar 1732 geeft een verklaring waarom deze strookjes ook wel de 'Speckstreepkens' werden genoemd. We lezen daar dat de Broederschap van Gasthuis uit een stuk land in het Escharense Veld de 'Strepkes' genaamd, jaarlijks tachtig pond droog spek tegen een vastgesteld waarde van f 8 betaald krijgt. Wegens pacht voor het jaar 1732.

Dat de grond daar van slechte kwaliteit was valt af te leiden uit de namen van andere percelen grond rondom. 

Een perceel grond werd verkocht met de naam "de Puinberg".  Het gebied stond bekend onder de naam "Hongerkampen". Een ander stuk land daar had de naam 'de Schabbert'.


Station Halfweg 

.

Aan de Graafscheweg, iets voorbij ' Huukske richting Mill, stond Station Halfweg. Al voor 1870 was hier de herberg te vinden van Ermert Ermers. Behalve herberg was er ook een bakkerij met winkel in gevestigd. Daarbij was Ermert ook boer.
De Koetswagendienst, die goederen en personen vervoerde van Grave naar het treinstation in Mill, had hier een halteplaats. Station Halfweg, lag dus halverwege aan deze route. Een uitstekende locatie dus om onder het genot van een drankje te verpozen of te blijven overnachten.

In 1887 wordt de boerderij verkocht aan Hein Schoonwater. Hij was behalve herbergier ook hoefsmid. In 1939 stopt men met de herberg.


het Steenoventje


het Stenenkruis; tegenover de Vegetas


Maak jouw eigen website met JouwWeb